• +31 (0)79 323 9558
  • Röntgenlaan 5, 2719DX Zoetermeer

Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland 25 september 2019 aangaande het bij kapitalisatie te hanteren rendement en inflatiepercentage

Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland 25 september 2019 aangaande het bij kapitalisatie te hanteren rendement en inflatiepercentage

Als een slachtoffer wordt geconfronteerd met jaarlijks terugkerende schade moet aan het slachtoffer een zodanig kapitaal worden toegekend dat dat kapitaal toereikend is om ieder jaar een bedrag ter grootte van de desbetreffende jaarschade te kunnen opnemen.

Dit betekent ook dat bij het afwikkelen van toekomstige schade in een bedrag ineens geen of slechts beperkte financiële risico’s bij het slachtoffer gelegd mogen worden. Het slachtoffer moet immers een hoge mate van zekerheid hebben dat hij of zij een dusdanig bedrag ontvangt dat hij zijn toekomstige schade daadwerkelijk kan compenseren.

In de aan de orde zijnde uitspraak stelt het slachtoffer dat niet uitgegaan kan worden van de in de praktijk en in de jurisprudentie in het verleden vaak gehanteerde rekenrente van 3% (een rendement van 6% en een inflatie van 3%). De rechtbank Midden-Nederland wijst er op dat zij er ambtshalve mee bekend is dat de rechtbank Zeeland West-Brabant op 9 juli 2019 eerder een uitspraak heeft gedaan over het onderwerp rekenrente. De rechtbank overweegt voorts dat het evident is dat in de huidige economische tijden een rendement van 6% voor een particulier niet realistisch is. De rechtbank wijst er verder op dat de laatste jaren het inflatiepercentage het door een particulier te behalen rendement op een spaarrekening en/of staatsobligaties overtreft. De rechtbank wijst er daarnaast op dat regresvorderingen van het UWV op grond van een daartoe strekkend convenant met verzekeraars afgewikkeld worden met negatieve rekenrente. De rechtbank vraagt zich daarbij af waarom een particuliere benadeelde geacht moet worden meer rendement te halen dan het UWV. Ook meldt de rechtbank dat de rekenrente bij letsel- en overlijdensschade in Groot Brittannië op dit moment zelfs negatief is.

In het specifieke aan de orde zijnde geval wijst de rechtbank er voorts op dat het slachtoffer onder bewind staat en dat de bewindvoerder niet op een risicovolle wijze mag beleggen.

De rechtbank bepaalt vervolgens dat indien de toekomstige schade in één termijn wordt afgewikkeld de rente de eerste 5 jaar 1,3% bedraagt, de daaropvolgende 15 jaar 2,2% en vanaf 20 jaar na kapitalisatie 3,6% tot aan de einddatum en dat de inflatie in diezelfde perioden respectievelijk 1,5%, 1,6% en 1,9% bedraagt.

Deze uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland versterkt de positie van slachtoffers. Daar waar in het verleden meestal werd uitgegaan van een rendement van 6 procent en een inflatie van 3% worden nu reëlere uitgangspunten aangenomen.

 

Meer weten?
Mocht u vragen hebben over kapitalisatie, rekenrente of over de begroting van letsel- of overlijdensschade neemt u dan contact op met mr. T.J.J. van Dijk, letselschadeadvocaat in Zoetermeer op nummer 079-3239558 of via e-mail: t.vandijk@advocaatvandijk.nl