• +31 (0)79 323 9558
  • Röntgenlaan 5, 2719DX Zoetermeer

Wettelijke verankering Gedragscode Behandeling Letselschade

Wettelijke verankering Gedragscode Behandeling Letselschade

Inleiding
Met ingang van 1 juli 2025 zijn de procedurele verplichtingen uit de Gedragscode Behadeling Letselschade (hierna: GBL) wettelijk verankerd in het Besluit Gedragstoezicht Financiële ondernemingen (hierna: Bgfo). Dit betekent dat schadeverzekeraars die zich bezighouden met letselschade verplicht zijn om de gedragscodes daadwerkelijk in de praktijk toe te passen én dat de Autoriteit Financiële markten (hierna: AFM) toezicht zal houden op de naleving van deze verplichtingen.

De GBL
De GBL is een gedragscode die concrete gedragsregels bevat voor een betere afwikkeling van letselschadezaken. De GBL bevat tien gedragsregels die zijn gericht op samenwerking tussen partijen om tot een voor alle betrokkenen acceptabele regeling te komen, waar telkens het belang van het slachtoffer centraal staat¹.

De kern van de GBL is het bevorderen van een zorgvuldige en transparante behandeling van letselschadeclaims. Dit betekent onder meer: duidelijke termijnen, voortgangsbewaking van het dossier, tijdige inschakeling van deskundigen en transparante communicatie². De richtlijn geeft dus richtsnoeren, maar voor het overige had de verzekeraar een zekere beoordelingsvrijheid³. De GBL was voor de verankering dan ook een vorm van zelfregulering. Wel werd de GBL regelmatig aangehaald in juridische procedures. Rechters zochten aansluiting bij de code om te beoordelen of verzekeraars zich zorgvuldig hadden gedragen4.

Wettelijke verankering
De wettelijke verankering van de GBL in het Bgfo is relevant omdat dit de overgang markeert van zelfregulering naar een bindend wettelijk kader. Voor de wettelijke verankering waren de verzekeraars door hun aansluiting bij het Verbond van Verzekeraars gebonden aan de GBL, maar bij niet naleving van de gedragsregels waren er geen sancties. De vrijwillige naleving bleek daardoor onvoldoende effectief5.
De wettelijke verankering heeft dan ook als doel om de eerdere zelfregulering te versterken door schadeverzekeraars te verplichten om te beschikken over adequate procedures en maatregelen om termijnoverschrijding bij de behandeling van letselschade te voorkomen6. Door de verankering ontstaat er een afdwingbare norm, waardoor overtreding kan leiden tot sancties. De AFM houdt toezicht op de naleving van de Bfgo.

Klachtenmogelijkheden bij niet-naleving van de GBL
Zoals gezegd houdt de AFM toezicht op naleving van de wettelijke verplichtingen. De AFM beoordeelt geen individuele zaken, waardoor slachtoffers geen klacht bij de AFM kunnen indienen over hun eigen dossier7. Wel kan de AFM signalen uit klachten gebruiken in haar toezicht op schadeverzekeraars.

Individuele slachtoffers met klachten over de dienstverlening van een verzekeraar kunnen over bepaalde onderwerpen wel terecht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (hierna: Kifid). Het Kifid behandelt onder meer klachten over de wijze waarop een verzekeraar een dossier behandelt (zoals een trage afwikkeling)8. De procedure bij Kifid is laagdrempelig, onafhankelijk en kan leiden tot bindende uitspraken.

De GBL wordt door Kifid gebruikt als normatief kader bij de beoordeling van de dienstverlening.

Conclusie
Voor letselschadeslachtoffers betekent de wettelijke verankering van de GBL dat er duidelijke termijnen en minimumnormen gelden waaraan verzekeraars zich moeten houden. Benadeelden kunnen nu rekenen op wettelijk afdwingbare normen. De AFM houdt toezicht op de naleving van deze procedurele verplichtingen en kan sancties opleggen bij overtreding ervan. Deze veranderingen versterken de positie van het slachtoffer en zorgen voor een meer betrouwbare en transparante afwikkeling van letselschadezaken.

Wat kunnen wij voor u betekenen?
Wij helpen u graag bij het beoordelen van de schadebehandeling. Heeft u vragen neem contact met ons op! Telefoonnummer 079-3239558 of via t.vandijk@advocaatvandijk.nl

 

 


¹ C.J.M. van Doorn e.a., ‘Letselschade en herstel in individuele en collectieve zaken in 2050’, MvV 2025, nr. 7/8, p. 259; T.J.J. van Dijk, Gedragscode behandeling letselschade 2012, in: Handboek Personenschade 4004.3.1

² E.J. Wervelman, ‘De Gedragscode Behandeling Letselschade 2012; tekst en uitleg’, TvP 2013, nr. 1, p. 5.

³ E.A.L. van Emden, ‘De zorgplicht van de schadeverzekeraar’, MvV 2025, nr. 2, p. 88.

4 C.J.M. van Doorn e.a., ‘Letselschade en herstel in individuele en collectieve zaken in 2050’, MvV 2025, nr. 7/8, p. 259-260; E.A.L van Emden, ‘De zorgplicht van de schadeverzekeraar’, MvV 2025, nr. 2, p. 84.

5 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 2024, 388, p. 9; M. Heeneman, ‘Wettelijke verankering Gedragscode Behandeling Letselschade, een gamechanger?’, Verbond van verzekeraars (https://letselschademagazine.nl/system/files/2025-07/pps2502-wettelijke-verankering-gedragscode-behandeling-letselschade–een-gamechanger.pdf)

6 Kamerstukken II 2023-24, 33 552, nr. 115, p. 2.

7 Kamerstukken II 2024-25, 33 552, nr. 134, p. 10 en 23 (hieruit komt expliciet naar voren dat AFM enkel toezicht houdt).

8 J.L. Zeeman, e.a., Hoofdstuk 31, Alternatieve geschilbeslechting, in: Compendium Verzekeringsrecht SDU 2024